Twee circulaire doorbraakprojecten ontvangen de komende twee jaar een subsidie van de provincie Zuid-Holland. De eerste openstelling stond in het teken van ‘natuurlijke reststromen’. Deze komen vrij bij het beheer van openbaar groen. De provincie kent een subsidie van in totaal 500.000 euro toe aan de initiatiefnemers van ‘Circulaire baggerindustrie in Zuid-Holland’ en ‘Grondstoffenketens met bermgras in Rijnland’. Centraal in deze projecten staat een duurzame en regionale toepassing van reststromen in bodem, bouw en buitenruimte.
Het hoogwaardig, duurzaam en dichtbij verwaarden van natuurlijke reststromen brengt de provincie Zuid-Holland dichterbij diverse doelen. Naast de ambitie voor een circulaire samenleving in 2050, geven deze projecten ook een impuls aan biodiversiteit, bodemkwaliteit en biobased materiaalgebruik.
Twee jaar geleden was de provincie initiatiefnemer van het inmiddels bloeiende Vernieuwersnetwerk Natuurlijke Reststromen. Voor dit netwerk van onder meer decentrale overheden, natuurorganisaties, groenaannemers, maakbedrijven en kennispartijen, komt de subsidie als een mooie stap om met elkaar echt aan de slag te gaan. Deze subsidieregeling maakt het mogelijk om voorbij pilots te werken aan het oplossen van structurele belemmeringen en opschaling.
Transitiemanager Marloes Arkesteijn van de Provincie Zuid-Holland: “Deze subsidieregeling is uniek, omdat we hiermee ruimte bieden voor de sociale innovatie die vaak nodig blijkt om echt circulaire businessmodellen te kunnen bouwen. Veel technische oplossingen en bijbehorende subsidie/ investeringsmogelijkheden zijn er al, terwijl je ziet dat het bij opschaling vaak vastloopt op onze huidige manier van denken, doen en organiseren. Deze subsidieregeling richt zich op het mogelijk maken van de fundamentele vernieuwing die nodig is om impact te maken.
Voor de subsidieregeling was dan ook veel animo. Maar liefst acht projecten meldden zich, en het subsidieplafond werd bijna drie keer overschreden. Marloes: “We waren aangenaam verrast door de vele initiatieven, en zagen veel gedrevenheid in de projectvoorstellen. Dan is het natuurlijk jammer dat je niet iedereen subsidie kunt toekennen. Tegelijkertijd ben ik erg blij met de twee veelbelovende projecten die we nu gaan ondersteunen, en verwachten een impuls van deze projecten voor het gehele netwerk en de circulaire economie.”
Tijdens een netwerkbijeenkomst van het vernieuwersnetwerk bij groenaannemer GKB in Barendrecht feliciteerde gedeputeerde Meindert Stolk (Economie en innovatie) de initiatiefnemers.
“De natuurlijke reststromen in Zuid-Holland kunnen een belangrijke grondstof vormen. Hiervoor is samenwerking wel essentieel. Ik ben blij dat wij als provincie deze twee projecten die tot een doorbraak kunnen leiden ondersteunen. Ik kijk ernaar uit om de circulaire toepassingen van bagger en maaisel straks in het echt te kunnen zien”.
Benieuwd naar de projectvoorstellen? Wij spraken initiatiefnemers Eva Aarts van het Circulair Bagger Consortium en Richard Liebrechts van Grondstoffen Consortium Rijnland.
Circulaire baggerindustrie in de Provincie Zuid-Holland
Eva Aarts is medeoprichter van het Circulair Bagger Consortium. Hun doorbraakproject richt zich op de circulaire toepassingen van baggerspecie. De komende tien jaar komt er per jaar minimaal 100.000 kuub baggerspecie vrij in de provincie Zuid-Holland. Deze baggerspecie wordt nu meestal niet of laagwaardig hergebruikt – terwijl de mogelijkheden voor circulaire toepassingen gigantisch zijn. Zo staat de bouwsector in de Provincie te springen om lokale, CO2 arme, duurzame grondstoffen en producten.
Wat houdt jullie doorbraakproject precies in?
“Wij gaan een circulaire baggerindustrie opzetten in de provincie Zuid-Holland. Op dit moment wordt een aanzienlijk deel van de bagger nog gestort in baggerdepots op de Maasvlakte. We starten met het marktpotentieel van alle afzetmogelijkheden voor baggerspecie én de huidige problemen in kaart te brengen. We gaan antwoorden vinden op de vraag: waarom lukt het ons nu nog niet, terwijl de techniek er voor duurzame oplossingen vaak al is? En daarmee gaan we aan de slag. Dit doen we met verschillende type organisaties: van start-ups, MKB tot overheid. Partners die betrokken zijn: Waterweg, Blauwe Bagger, Noorderwind, Spaak Circular Solutions, Waterschap Hollandsche Delta, Waterschap Rijnland. Ook BlueCity en de Unie van Waterschappen krijgen een rol in de komende twee jaar. “
Welke waarde heeft deze subsidieregeling voor jullie?
“Tot nu is onze samenwerking met provincie Zuid-Holland heel prettig geweest. Deze subsidieregeling erkent dat er niet alleen behoefte is aan ondersteuning voor technische ontwikkeling, maar dat je circulaire producten alleen kan leveren in een circulaire economie. Wij moeten met elkaar net zo hard gaan werken aan circulaire ketens en randvoorwaarden als aan nieuwe innovatieve producten.”
Welke doorbraken hoop je dat er aan het einde van het project gerealiseerd zijn?
“In het doorbraakproject willen we met dit consortium, dat hopelijk in die 2 jaar nog verder groeit, werken aan acht reeds geïdentificeerde uitdagingen, die grootschalige productie en gebruik van baggerspecie in de bouwsector op dit moment in de weg staan. Deze acht uitdagingen variëren van de logistieke toelevering van bagger, ontbreken van overzicht van welke soorten bagger op welke manier verwaard kunnen worden, tot het ontbreken van een breed gedragen circulair aanbestedingsproces voor zowel baggeren als inkoop circulaire bouwmaterialen. Naast het werken aan het wegnemen van deze barrières gaan we samen projecten ontwikkelen en implementeren. Een voorbeeld hiervan is een circulair baggerdepot opzetten waar de baggerspecie mag én kan worden verwaard. Daarmee testen we onze oplossingen gelijk in de praktijk, leren we samen en maken we gelijk impact.”
Wat is jullie droom?
“Dat we over 10 jaar alle Nederlandse bagger hoogwaardig en duurzaam gebruiken! In de realiteit betekent het dat baggerspecie soms naar de boer gaat, en soms tot straatsteen wordt gemaakt. Wij gaan in provincie Zuid-Holland deze industrie opzetten.”
Grondstoffenketens op basis van organische reststromen in Rijnland
Richard Liebrechts is medeoprichter van het Grondstoffen collectief Rijnland. Met hun doorbraakproject wil het collectief een circulaire keten op gang brengen rondom bermmaaisel. Deze natuurlijke reststroom wordt dan niet langer als afval gezien, maar als grondstof.
Wat houdt jullie doorbraakprojectproject precies in?
“Ons doorbraakproject heet ‘Grondstoffenketens op basis van natuurlijk restromen in Rijnland’. Hiermee willen we een circulaire keten op gang brengen die draait op reststromen en voorbij pilots gaat, richting opschaling. We hebben in eerste instantie gekozen voor bermmaaisel en richten ons in in eerste instantie op de regio Rijnland. Uit dit bermmaaisel maken we grondstoffen voor producten ten behoeve van de bodem, bouw en buitenruimte, maar dragen we ook bij aan het herstel van bodemkwaliteit en biodiversiteit.”
Met welke partners werk jullie aan dit project?
“Voor elke positie in de keten hebben we een partner aan tafel – zoals te zien is in deze infographic. We zitten aan tafel met de eigenaren van het maaisel; de gemeenten Alphen a/d Rijn, Nieuwkoop, Kaag en Braassem, de provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat en de Groenalliantie van Staatsbosbeheer. We werken samen met hun groenaannemers, loonwerkers, een coöperatie van boeren en technologiepartijen voor de bewerking van het bermmaaisel. En we gaan aan de slag met boeren, bouwaannemers en glastuinbouwbedrijven in het gebruik van de bodemverbeteraars, isolatiepanelen en substraatvervangers die geproduceerd gaan worden. Tot slot zijn ook de omgevingsdiensten en bijvoorbeeld de Hogeschool Leiden aangesloten.”
Wat is er bereikt aan het einde van dit doorbraakproject?
“We willen het fundamenteel vernieuwend denken gaan toepassen op ons doen en op de manier waarop we ons organiseren. Concreet gaan we bermmaaisel door middel van een vervezelingstechniek verwerken tot grondstof voor toepassingen in de bouw en de buitenruimte, en organiseren we de kleine kringloop naar de bodem. Hiermee ervaren we direct in de praktijk tegen welke praktische en juridische problemen je aan loopt als je bermmaaisel in de huidige omstandigheden in een circulaire keten wilt brengen en gaan we deze met elkaar oplossen.
In het verleden zijn er diverse pilots geweest waarin deze toepassingen werden geproduceerd en getest. Dit is de eerste keer dat ze vanuit hetzelfde bronmateriaal worden geproduceerd. Hiermee zetten we de eerste stap naar het grootschalig en duurzaam verwaarden van bermmaaisel.
Wat betreft de organisatie zoeken we naar een ‘common-owned’ organisatiemodel die een verdienmodel vertegenwoordigt voor alle deelnemende partners waarin niet winst, maar juist waarde maximalisatie voor de regio centraal zet. Die omslag moeten we kunnen bereiken.”