Nederland heeft ongeveer 225.000 hectare veenweidelandschap.
Drooglegging van het veen vindt plaats voor het huidig grondgebruik, de melkveehouderij. Hierdoor komt er zuurstof in de bodem en oxideert het veen.
Deze oxidatie zorgt voor veel problemen: bodemdaling, CO2-uitstoot, uitspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater, verlies van veenweidelandschap en verlies van biodiversiteit.
Bodemdaling
Het veen in Nederland klinkt op veel plekken met 10 mm of meer per jaar in. Dit proces is al honderden jaren aan de gang. Er zijn veengebieden in Nederland, die vanaf de ontginning in de Middeleeuwen zo’n 6 tot 8 meter zijn gedaald. De bodemdaling zorgt voor verzakkingen, verzilting door instromend zeewater, versnippering van peilvakken voor waterbeheer en als zodanig voor economische schade (Louis Bolk Instituut, 2019).
CO2 uitstoot en klimaatakkoord
Door oxidatie van het veen wordt jaarlijks 4,2 miljoen ton CO2 uitgestoten. Dit is 4% van de totale jaarlijkse uitstoot van Nederland. Iedere hectare veen- landbouwgrond stoot per jaar 15-30 ton CO2 uit. In het Klimaatakkoord is een reductie van 1 Mton CO2-eq. vanaf 2030 afgesproken voor veenweidegebieden.
Innovatie Programma Veen/Veenweiden innovatiecentrum
Het doel van Innovatie Programma Veen (IPV) en het Veenweiden Innovatiecentrum (VIC) is het reduceren van bodemdaling met 90% en het tegengaan van CO2-uitstoot. Echter daar moet een rendabele vorm van landbouw tegenover staan.
Het IPV en VIC streven naar vermijding van bodemdaling en CO2-uitstoot met duurzaam behoud van landbouw. Markt- en ketenvorming is hierbij cruciaal: zonder afzetmarkt is er geen verdienmodel, zonder verdienmodel is geen boer die erin stapt. In het Project Markt & Ketenvorming wordt onderzocht of natte teelten een alternatief verdienmodel voor boeren op veen kunnen zijn. Doel is om als intermediair daadwerkelijk een keten van teelt en afnemers te vormen.
Alle rapporten zijn hier te vinden onder ‘Markt’.