De transitie naar een circulaire economie gaat gepaard met andere typen banen en een verandering in werkgelegenheid. Om voorbereid te zijn op deze veranderingen, heeft onderzoeksbureau TNO beleidsvoorbereidend onderzoek gedaan naar de directe, aanwijsbare invloed van een transitie naar een (meer) circulaire economie op de aard en omvang van werkgelegenheid in Zuid-Holland. Dit is gedaan op basis van de 5 transitiethema’s in het rijksbrede programma Circulaire Economie: biomassa en voedsel, bouw, kunststoffen, maakindustrie en consumptiegoederen.
Het onderzoek biedt inzicht in de veranderingen in werkgelegenheid, op basis van een ‘gematigd’ en ‘hoog’ circulair scenario ten opzichte van een ‘business-as-usual’ scenario. De basis voor de analyse zijn nationale trends/activiteiten die waarneembaar zijn in statistieken. De resultaten van het werkgelegenheidsonderzoek zijn gekoppeld aan de ‘Human Capital Agenda’ (belegd bij de Economic Board Zuid-Holland en de provincie).
TNO schat in dat investeringen in circulaire economische activiteiten minstens 5.000 opleidingen mogelijk maken, dat minstens driekwart van het aantal te creëren banen toegankelijk is voor mensen die volledig werkloos zijn of een kleine deeltijdbaan hebben en dat er minstens 1.000 mbo-afgestudeerden werk kunnen vinden in activiteiten die passen in een circulaire economie.