Liever trial-and-error, dan een perfect plan dat nooit van de grond komt…
“Er komt geen perfect moment om circulair te ondernemen. Dus, begin en ga uit van imperfectie.” Dat stelt Sabine Biesheuvel van BlueCity. Kortom, ga aan de slag, maak fouten, wees er eerlijk over en vooral: leer van elkaar.
Trial-and-error is de methode waarop we de circulaire economie tot stand moeten brengen. Ook de ondernemers in BlueCity zijn (nog) niet 100% circulair – biobased grondstoffen zijn nog niet op grote schaal beschikbaar of ze zijn te klein om een ketenpartner te kunnen aanspreken – maar ze maken stappen. “We kunnen het wel perfect wíllen doen, alles in een businessplannen zetten en vervolgens nooit beginnen, maar dan gaan we niets veranderen”, meent Biesheuvel.
Transitie gaat immers met vallen en opstaan, dat onderschrijft ook Leon van Ast van de samenwerkings- en netwerkorganisatie Circulair West. “Vergelijk het met pionieren: langzaam ontstaan er succesverhalen, maar er gaan ook projecten mis. De ervaring die je daardoor meeneemt naar een volgend project is superwaardevol.” En juist het delen van die ervaringen binnen bedrijfsnetwerken maakt dat kennis en ontwikkelingen aangejaagd worden: circulaire versnelling.
Maar hoe dan? Een bedrijf krijgt circulaire transitie zelden in zijn eentje voor elkaar. Circulariteit staat of valt met draagvlak binnen de keten. Leveranciers, partners, toezichthouders moeten allemaal geëngageerd worden. Met Cirkelstad probeert Nico van Hoogdalem dit in de bouw te organiseren door kleine ketens op te zetten. “Nodig partners uit om mee te denken om jouw keten anders vorm te geven. We vragen de industrie te weinig naar vernieuwing van de producten, terwijl ze vaak verder zijn dan we denken. Ze doen vaak research en development op hun eigen plekje en daar zou de markt beter bij betrokken kunnen worden.”
Juist door partners te vragen kennis te delen en mee te denken over de transitie veranderen rollen en processen. En daar wringt de schoen. Het ondernemerstrio noemt de rol van omgevingsdiensten als toezichthouder. Zij mogen nieuwe ontwikkelingen aan de voorkant niet van advies voorzien om een onbevooroordeelde keuring te garanderen. En dat terwijl er afgelopen jaren juist veel kennis en ervaring is opgedaan over recyclen en circulariteit bij deze diensten. Daar zou de provincie ondernemers kunnen faciliteren: toezichthouders tijdens een transitie een flexibelere rol toebedelen om het nieuwe normaal vorm te geven.
Het proces verandert. Rollen veranderen. En de provincie kan daarin een leidende rol spelen. De lineaire economie moet doorbroken worden ten faveure van de circulaire economie en de provincie moet daaraan het gewicht geven dat het verdient. Ondernemersnetwerken als dat van Biesheuvel, Van Ast en van Hoogdalem hebben daar zo hun ideeën over, maar de belangrijkste boodschap is: wacht niet af, ga aan de slag, maak fouten en deel die met elkaar om te verbeteren en te versnellen. Biesheuvel: “Uitstellen heeft geen zin.”
Vijf ideeën van ondernemers voor PZH om de circulaire economie vorm te geven
- Houd overzicht en verbind gemeentes in de circulaire transitie: zet bijvoorbeeld circulaire ondernemersnetwerken in om te versnellen
- Herzie (beleidsmatige) processen en traditionele rollen om kennisdeling te bevorderen
- Veranker beleidskaders als het grondstoffenakkoord in het duurzaamheidsbeleid, maar gebruik grote uitdagingen, zoals de woningbouwopgave, als kansen om op te schalen.
- Maak vroegefasefinanciering voor start-ups in circulair ondernemen mogelijk en bereikbaar
- Geef gewicht aan circulariteit om lineaire economie te doorbreken, bijvoorbeeld door aanbestedingsprocessen niet op prijs maar op circulariteit te beoordelen.
Bekijk hieronder de video voor het volledige gesprek met Nico van Hoogdalen (Cirkelstad), Sabine Biesheuvel (Blue City) en Leon van Ast (Circulair West) over circulair ondernemen en laat je inspireren door ervaringen.